Philip Agee

facebooktwitterlinkedinby feather

Toen ik thuis aankwam bleek dat de elektriciteit in ons gebouw alweer was uitgevallen. Het portaal naar het trappenhuis leidde naar totale duisternis. Ik weet niet of het daardoor kwam, dat de reukzin daardoor extra alert was, maar ondanks dat het er kurkdroog was hing er een duidelijke, bij vlagen penetrante, schimmellucht. Ik klom trede voor trede naar boven, met beide handen stevig om de trapleuning geklemd.

Op de vierde verdieping hoorde ik een stem die ik herkende. Het was de Amerikaan die er al een jaar of wat woonde. Soms maakte ik een praatje met hem. Een paar keer nodigde hij me uit voor een paar glazen rum. Hij dronk een beetje meer dan goed voor hem was maar hij was interessant en hoffelijk gezelschap. Zijn naam was Philip Agee. Hij begon zijn carrière bij de Central Intelligence Agency, de Amerikaanse CIA, en staat sinds de jaren zeventig bekend als een van de grootste dubbelspionnen van de afgelopen eeuw. Sinds men in het Oostblok liever vrouwen en raketsplijtstof exporteert dan blauwdrukken voor de communistische heilstaat was Philip alleen nog maar in Cuba welkom.

Ik trof hem aan voor de deur van zijn appartement. Hij was bezig een doos naar binnen te schuiven. Het zag er zwaar uit en was aan alle kanten omwikkeld met tape om te voorkomen dat het uit elkaar viel.

‘Laat me je even helpen.’

Hij draaide zich om.

‘Oh, ben jij het, ja graag, help me even. Het is zwaar, het zijn mijn boeken en tijdschriften. Ik moet er zuinig op zijn. Geen idee wanneer ze me weer een volgende voorraad sturen.’

Samen sleepten we de doos naar zijn werkkamer. Deze stond tot het plafond vol met dozen archieven. Ik zag dat hij op twee dozen in een keurig handschrift met viltstift Montevideo 1965 had geschreven. Op een ander stond Venezuela 1959-1960. Ik moest hem eens vragen of ik een paar van die dozen mocht lenen.

Voor ik het wist had ik een glas whisky in mijn hand. Geïmporteerd spul, niet de namaak uit de dollarwinkel om de hoek. We liepen door de zitkamer naar het balkon.

‘Wat doe je nu zoal?’ vroeg ik.

De deuren van het balkon waren veel robuuster dan de onze.

‘Niet zoveel. Ik schrijf nog wel. Maar niet meer elke dag. Om je de waarheid te vertellen heb ik het meeste inmiddels wel opgeschreven.’

Hij keek me aan. Op zijn schouder zag ik een piepkleine, veel jongere versie van Philip zitten die zich vals in mijn richting boog en me toefluisterde ‘ik verveel me hier dood. Vandaar dat ik drink. Kijk niet zo… wat zou jij doen?’

Bovenop zijn geopolitieke sores kwam dat zijn vrouw Giselle nou niet bepaald het zonnetje in huis was. In de hitte van de Koude Oorlog was hij als een blok voor deze Oost-Duitse balletdanseres gevallen. Als hij nog enige twijfel had om zijn vrienden van de CIA te verraden had zij deze vakkundig doen verdwijnen. Het geluk bleef niet aan ze kleven. Vlak na hun huwelijk kreeg Giselle een auto-ongeluk die een punt achter haar carrière zette. Sindsdien zat Philip opgescheept met een depressieve mankpoot in een land dat niet de zijne was. De wetenschap dat zijn naam hoog op de hitlist van de CIA stond zal ook niet hebben bijgedragen aan de rust in zijn leven.

‘Heb je gehoord van die bom in hotel Capri? Het begint nu wel serieus te worden.’

‘Ach, dit is kinderspel. Ze weten allang wie het is. Ik denk dat ze de gelegenheid aangrijpen om het netwerk van die terroristen in kaart te brengen. De geheime dienst hier laat zich echt niet op de kop zitten door een paar reactionaire schooiers.’

‘Leuk voor de slachtoffers. De volgende keer vallen er een paar doden.’

‘Dat hoort bij het spel. Of je het nu leuk vindt of niet, je moet je aan de spelregels houden als je wilt winnen.’

‘Zo lijken ze het echt te zien. Als een spel.’

‘Waarom dacht je dat alle wereldleiders goede schakers en pokerspelers zijn?’

‘Daar heb je een punt, maar het is een te cynische voorstelling van de zaken.’

‘Misschien. Misschien niet. Politiek vereist cynisme.’

De telefoon ging. Philip liep naar zijn werkkamer om hem op te nemen en ik liep mee, drukte hem snel de hand en schoof naar buiten de duisternis in. Ik had geluk. Net toen ik de achtste verdieping had bereikt knalden de lichten aan en hoorde ik de lift op gang komen.

Bestel-nu

facebooktwitterlinkedinby feather
facebooktwitterlinkedinrssby feather

Leave a Reply