Toen ik de hoek omsloeg op Belascoain hoorde ik mijn naam roepen. Hector stond op een balkon op de eerste verdieping. Hij riep dat ik naar boven moest komen. Hector was een geval apart. Hij had onlangs een jaar vast gezeten wegens peligrosidad, en daar viel weinig tegenin te brengen. Hij was jinetero eerste klas en voor geen cent te vertrouwen. Een ongelikte beer die zonder angst en volstrekt schaamteloos in het leven stond. Ik kwam hem vaak op feestjes tegen en dan viel er erg met hem te lachen. Je moest alleen geen zaken met hem doen en je geld in je zak houden. Dan was het een geschikte vent. Belangrijker was nog dat hij overal van op de hoogte en een redelijk betrouwbare nieuwsbron was. Hij was nooit te beroerd om dat nieuws te delen. Vreemd genoeg vroeg hij daar dan weer nooit geld voor. Zo sluw was hij dan weer wel. Hij zorgde ervoor dat je hem nodig had en voor je het wist… pats! Dan zat je in het net.
Ik liep naar boven en gaf hem een hand. Hij trok me naar binnen en schonk me een glas rum in.
‘Hoe gaat het met Søren?’, vroeg ik.
Hij klapte bijna dubbel van het lachen.
‘Søren draait lekker. Zijn naam staat op deze fles.’
Søren was een jonge Deen die een paar jaar geleden in Havana de liefde van zijn leven vond. Yumelkis. Hij huurde een appartementje om met haar zijn vakantie door te brengen. Zij stond er op dat haar broer Hector ook bij hen kwam inwonen, omdat hij geen dak boven zijn hoofd had. Verblind van liefde stond hij dit toe. Hector week geen moment van haar zijde, en haar Deense liefde stopte hem zo nu en dan vijftig dollar toe zodat hij met zijn vrienden op zou rotten naar een discotheek en hen met rust zou laten.
Het werd een dure vakantie. Yumelkis had een nieuwe garderobe nodig. Ze vertelde hem dat er kort voor hun kennismaking bij haar was ingebroken en dat al haar kleren waren gestolen. Ze had veel kleren nodig, uiteraard van internationale merken. Anders zou zij zich ongelukkig voelen. Het is moeilijk om meisjes als Yumelkis iets te weigeren.
Haar moeder moest medicijnen hebben om de een of andere zeldzame ziekte mee te bestrijden. Søren gaf haar zonder morren 600 dollar. Inmiddels had hij zijn broer in Denemarken al gebeld om te vragen zijn motorfiets te verkopen en het geld op te sturen. Zijn terugreis had hij voor een tweede keer met een maand verlengd. Hij moet een eigenaardige indruk van Cuba hebben gekregen. Met alle kennissen van Yumelkis was iets akeligs aan de hand. Steevast dingen die geld kostten.
Een santero kreeg een stapel biljetten toegestopt. Offers waren nodig om Yumelkis te verzekeren van de hulp van de goden om een dreigende krankzinnigheid af te wenden. Haar broer had geld nodig om een proces wegens het verhandelen van imitatiesigaren af te kopen. Beiden hadden geld nodig voor een taxirit naar Matanzas om een oom te bezoeken in het ziekenhuis. Volgens Yumelkis was deze oom aangereden door een Lada die werd bestuurd door een belangrijk partijlid. Hector had het over een gescheurde milt na een vechtpartij en in een dronken bui verhaalde hij over een tante met een afgezet been. Søren‘s vertrouwen deed alle alarmbellen verstillen, en hij bleef zichzelf voorhouden dat het aan de taalbarrière lag. Liefde maakt blind en in dit geval zo achterlijk als een zeepaardje met een drankprobleem.
Inmiddels had de vakantie hem al twintigduizend dollar gekost. Een baan in de visverwerkende industrie riep hem. In Denemarken lag inmiddels dertig centimeter sneeuw.
Twee dagen voor zijn vertrek vertelde Yumelkis hem huilend dat zij zwanger was. Ze wilde graag een kind van hem, daar niet van, maar in Cuba was het nu eenmaal niet gemakkelijk om een kind groot te brengen. Daar was veel geld voor nodig. Søren had verantwoordelijkheidsgevoel: nog steeds maakt hij iedere maand een bedrag over.
Gelukkig weet hij niet dat zijn kind krap zeven maanden na zijn eerste ontmoeting met Yumelkis werd geboren en dat Hector niet haar broer was maar haar wettige echtgenoot. Iedere week belt hij om te vragen hoe het met zijn zoon gaat. Nog steeds. Yumelkis stuurt hem sporadisch foto’s en smeekt hem om haar niet op te komen zoeken omdat Hector nog steeds zo kwaad is dat hij zijn zusje heeft laten zitten dat hij in staat is hem te vermoorden. Søren heeft nog geluk gehad. De meest voorkomende strategie van jinetera’s moet leiden tot een huwelijk en de oversteek naar het land van de prooi. Een paar jaar en een verblijfsvergunning verder verdwijnt ze uit zijn leven en laat ze haar Cubaanse verloofde overkomen. Ach ja, in liefde is alles geoorloofd.
‘Søren maakt het goed. En weet je, misschien, als hij genoeg gespaard heeft, mag hij binnenkort weer eens langskomen. We leven in de Derde Wereld, Ivo… we moeten wel! Ontwikkelingshulp moet je niet vragen, die moet je afdwingen.’
Een ding was zeker. De hulpgelden van Søren werden niet in de inrichting van het huis gestoken. Het was een gore bende met een bed, een tafel en drie stoelen, een ijskast en een klein keukentje. Halverwege de ruimte hingen wat lappen van het plafond tot aan de vloer. Ik nam aan dat daarachter gedoucht en gescheten kon worden. Hector haalde een cd-speler tevoorschijn en zette een cd met salsamuziek op.
‘Luister.’
Ik wilde wat zeggen maar hij gebaarde dat ik naar de muziek moest luisteren met m’n bek dicht. Het was geen onaardige muziek. Een grote band, goede zangers. Ik kon mij niet herinneren het ooit eerder te hebben gehoord.
‘Deze band is in opkomst. Obra de Viento heet het. Wat je hoort is tijdens een concert opgenomen. Ze zijn nu klaar voor het echte studiowerk. Kost normaal 20.000 CUC. Ik kan een deal krijgen voor 10.000 CUC, inclusief 5000 cd’s. Een schijntje dus. Als jij voor dat geld zorgt krijg je 30% van de rechten op de muziek. Van de totale opbrengst dus. Lijkt het je wat?’
‘Het lijkt me een werelddeal, Hector. Maar ik ga niet met jou in zee. Dat weet je.’
Hij keek even teleurgesteld. Een moment maar, hij veerde gelijk weer op.
‘Ok man. Dan niet, ik begrijp het. Ik vind wel iemand.’
‘Daar ben ik van overtuigd. Doe de groeten aan Yumelkis. En aan Søren. Knijp die jongen niet teveel uit.’
‘Hij vraagt erom, Ivo. Je kunt het me niet verwijten. Hij vraagt er gewoon om.’
byby